unaniem (bn.) [<Frans unanime of Latijn unanimus, van unus (één) + animus (ziel)], 1 eenstemmig.
understatement (o.; -s) [Engels], 1 onderdrijving.
unie (v.; -s) [<Frans union of Latijn unio], 1 eenschap.
unificatie (v.; -s) [<Frans unification], 1 eenmaking, eenwording.
unificeren (overgankelijk ww.) [<Latijn unificare], 1 eenmaken.
uniform (o.; -en) [< Frans uniforme <Latijn uniformis (eenvormig)], 1 eenderdracht.
uniseks (bn.), 1 gemeengeslachtelijk.
unit (v.; -s) [Engels, verkorting van unity (eenheid), van Latijn unitas (eenheid)], 1 (in alle betekenissen) eenheid.
universaliteit (v.), 1 gemeenlijkheid [Middelnederlands].
universeel (bn.) [<Frans universel], alomgeldig, alzijdig, alombruikbaar, gemeenlijk [het laatste woord Middelnederlands].
universiteit (v.; -en) [<Frans université of Latijn universitas], 1 instelling voor hoger wetenschappelijk onderwijs, grootschool » grootleerhuis.
universum (o.; universa) [Latijn], 1 heelal.
unster (v.; -s) [van het Middelnederlandse unce (ons), dat van het Latijnse uncia afgeleid is], 1 weegtoestel met ongelijke armen » weegstok; 2 weegtoestel dat werkt met een veer » veerwaag.
urbanisatie (v.), 1 verstedelijking.
urine (v.) [Frans of <Latijn urina], 1 mijg [een verouderd of gewestelijk woord].
urineren (onovergankelijk werkwoord) [<Frans uriner], 1 plassen, mijgen [het laatste is een verouderd of gewestelijk woord].
Ursa Major, zie het onderwerpblad sterrenkunde.
Ursa Minor, zie het onderwerpblad sterrenkunde.
uur (o.; uren) [<Latijn hora < Grieks hora, uiteindelijk verwant met ons woord jaar], 1 wijl [het Middelnederlands had de betekenis uur].